Zoeken:

 Brutus

 

Onze 1e ervaring met Pyreneese berghonden begon op een dag in het asiel in Rotterdam. Sancho, kruising Newfoundlander x Chow Chow was overleden en zoals elke hondenliefhebber de ervaring heeft: het was zo verschrikkelijk stil in huis!! Dus op een dag Romano, op dat moment 1 jaar, in de buggy en “hondjes kijken”. Na verschillende asiels bezocht te hebben waar niet onze type hond zat (denk hierbij aan een echte lobbes), kwamen we in Rotterdam. Mijn man ging rechts de hokken in en Romano ging met mij mee de hokken links in. Op het moment dat we binnen komen, staat er in het 3e hok ineens een gigantische, witte hond op met een treurige blik in zijn ogen. Hij komt naar het hek, gaat rechtop staan en begint ons enthousiast te begroeten. Instinctief weten we beiden dat we voor deze reus niet bang hoeven te zijn. Aad wordt erbij geroepen en ik zeg: “dat is hem”, terwijl Romano aan het kroelen is met die “witte beer”.


 


 

Aad, nuchter als hij is, gaat op de beschrijving kijken: naam: Brutus, ras: Pyreneese Berghond (nooit van gehoord!), leeftijd: 15 maanden (puber!!), opmerkingen: kan niet alleen blijven en heeft begrip, geduld en een standvastige opvoeding nodig. “Hij past niet in de auto”, zucht Aad. “Oh, makkelijk op de achterbank”, zeg ik. “Hij kan niet alleen blijven”, sputtert Aad tegen. “Oh, er is altijd wel iemand thuis”, ga ik er tegen in. “Niet gemakkelijk op te voeden!”, roept Aad wanhopig. Maar te laat, ik ben verliefd op deze kolos, zie geen vuiltje aan de lucht en wuif met de nodige nonchalance alle bezwaren weg. We gaan een wandeling met hem maken en als vanzelfsprekend neemt Brutus zijn plaats in, links naast de buggy. Hij mag “op proef” het weekend mee naar huis. Of we het wel zeker wisten want hij was al 4x teruggebracht? O, ik wist het al zeker; alleen Aad was nog niet overtuigd. Hij kijkt huiverend toe terwijl onze nieuwe aanwinst zijn 60 kilo op de achterbank van de splinternieuwe auto deponeert. Liters kwijl druipen langs het raampje naar beneden (en op de bekleding) want Brutus wil naar buiten kijken. “Zal ik het raampje openzetten, hij heeft het vast warm”. Terwijl ik dit zeg, ben ik er al mee bezig en Aad ziet tot zijn afgrijzen de kwijl tussen de sponningen van de ramen lopen. NEEEEEEEEEEE!!! Terwijl ik denk: “man, stel je niet zo aan”, kan ik niet vermoeden dat dit de eerste NEEEEEEEEEE!!! is van de zovele die zullen gaan volgen. Eerst even langs Oma en Opa om hun nieuwe kleinkind voor te stellen. “Ma, je hebt er een kleinzoon bij”. Verbaasd draait ze zich om en haar mond valt nog verder open als ze Brutus ziet. “Wat hebben jullie nu bij je, een ijsbeer?” (Deze vraag zal op deze manier nog vaak gesteld worden aan ons maar daar hebben we nu nog geen weet van). “Een Pyreneese Berghond”, zeggen wij trots.


 


 

Na Opa en Oma ook volledig ingepakt te hebben, gaan we naar huis en daar stapt hij binnen met een gezicht van, zie je wel, hier hoor ik thuis. Onze dochters worden al net zo enthousiast begroet en het duurt niet lang of hij is aan het spelen voor de deur met Chantal, Delight en Romano. Nu woonden wij op dat moment aan een fietspad en al gauw stroomden de mensen naar buiten. Wat is dat nu voor een hond? Zo, wat is hij groot! Eet zeker wel veel, hè? Is hij lief? De vragen waar we zelf eigenlijk nog geen antwoord op weten, vliegen ons om de oren. En Brutus? Brutus die geniet van alle aandacht en al die kinderen die met hem willen kroelen en spelen. Moeiteloos past hij zich aan en het is geweldig om te zien hoe voorzichtig die reus omgaat met al de kinderen. ’s Avonds ligt hij moe maar voldaan te snurken en we kijken elkaar aan; We weten het echt heel zeker: HIJ BLIJFT!!


 


 

En zo kwam de 1e Pyr ons leven en ons hart binnenwandelen. En natuurlijk paste hij niet op de achterbank als de kinderen ook meegingen. Dus de sedan werd al gauw ingeruild voor een stationwagon. En het was inderdaad niet gemakkelijk om een hond (met bijbehorend rastypisch karakter) met een dergelijk verleden te heropvoeden. Weglopen, politie inschakelen. Niet alleen thuis kunnen blijven (wat hij ook luidruchtig liet blijken): weer de politie ingeschakeld maar dan door de buren! Diepe gaten graven in de tuin waarbij alleen zijn achterwerk nog maar boven de grond uitstak. Zijn taak als beschermer van de kinderen kon hij soms ook wel eens te serieus opnemen. Hij lag vaak voor in de tuin naar de kinderen te kijken die speelden voor de deur. Op een keer kreeg Romano toen 5 jaar oud, ruzie met een jongetje die wat ouder was als hij. Op het moment dat Brutus dat zag, vloog hij op en nam het knulletje voorzichtig in de “hoofdgreep”. Niet bijten, niet wild doen; hij hield hem alleen maar vast. Het ventje gilde:” Brutus, Brutus, ik zal het nooit meer doen, laat me alstublieft los!” En heel voorzichtig liet de Reus, Kleinduimpje op de grond zakken. Maar wij waren natuurlijk verschrikkelijk geschrokken.


 


 

We hebben hem laten castreren nadat hij voor de zoveelste keer de kuierlatten had genomen. Wij hadden al uren lopen zoeken met iedereen die ons maar wilden helpen. Er was zelfs een opsporingsbericht uitgegaan van de politie (toen was Spijkenisse nog een dorp). En eindelijk aan de andere kant van Spijkenisse, zagen we hem door een winkelcentrum rennen. “Stoppen, daar loopt hij”. Ik vloog de auto uit, boos omdat hij weer weggelopen was maar ook dolgelukkig dat hij zo te zien niets mankeerde. Brutus, Brutus! De verwilderde uitdrukking in zijn ogen maakte plaats voor opluchting en blijdschap. En daar kwam hij hoor, met zijn inmiddels 65 kilo aangestormd! Ik zat op mijn hurken en hij remde (natuurlijk!) niet en voordat ik het wist, lagen we met z’n tweeën op de grond. Blauwe billen, kapotte broek; het kon mij allemaal niets schelen; we hadden Brutus terug. De volgende morgen hebben wij gelijk een afspraak gemaakt met de dierenarts.


 


 

Als ik dit zit te tikken, komen zoveel herinneringen naar boven: Brutus die voor elk kind even lief was (behalve die ene keer) en elk kind in de buurt was gek met onze “Lobbes”. Brutus de slee aan het trekken met 2 kinderen erop terwijl de rest van de buurtkinderen stond te wachten op hun beurt. Brutus die een aanrijding kreeg waarbij de auto een fikse deuk opliep en ons “lieverdje” had geen schrammetje. Het eerste wat de dame zei toen ze uitstapte: “Wat is dat nou voor een hond?!”. In het water vallen en dan gewoon zinken omdat hij het vertikte om te zwemmen. Ik zie ons nog met z’n vieren het water inspringen om hem eruit te halen. Brutus die “Home alone” heel de buurt op stelten zette omdat je nu eenmaal een hond niet overal mee naar toe kunt nemen.


 


 

We hebben nooit geweten waar Brutus vandaan kwam maar voor ons was hij de mooiste hond van de wereld. Wisten wij veel op dat moment van rasstandaard en type. Hij had hangogen en –lippen, pigment was ook niet al te best (roze neus!) en hij was eigenlijk toch wel heel erg zwaar, ± 75 kilo op het laatst! Maar wat was het een prachtige hond in karakter! Een hond die op alle mogelijke manieren zijn dankbaarheid liet blijken omdat wij hem meegenomen hadden naar datgene waar hij duidelijk thuis hoorde; een gezin met kinderen en mensen die aandacht hadden voor hem.


 


 

Van Brutus hebben we bijna 10 jaar kunnen genieten en ineens: kortademig, benauwd, opname in Utrecht, bellen en vragen hoe het met hem is terwijl ik hem aanhoudend hoor blaffen op de achtergrond. Het thuiskomen van een duidelijk getraumatiseerde Brutus, vragend kijkend voor de pui naar de tuin, vragend met zijn ogen of ik met hem meega. Ik ga zitten op zijn plekje in de tuin en hij legt zijn hoofd op mijn schoot. Heel even zie ik in zijn ogen de ondeugende, maar o zo lieve Brutus terug. In mijn armen glijdt hij langzaam weg en dan ineens is hij er niet meer. Voor veel mensen niet te begrijpen maar ik voel me alsof ik een kind verloren heb. Brutus blijkt (na autopsie) gestorven te zijn aan scheurtjes in het longvlies. Omdat hij het zo benauwd had, bleef hij zelf de dubbelslag uitvoeren, iets wat wij in de 1e instantie aan zagen voor hoesten. Brutus is op 28 november 2000 overleden en is 11½ jaar geworden………..


 


 

Ik kan me er niet overheen zetten en ik ben niet de enige; Romano wordt ziek, heel erg ziek. Hij is moe, eet niet meer, valt kilo’s af, kan niet meer naar school. Ziekenhuis in, ziekenhuis uit, onderzoek na onderzoek levert geen lichamelijke oorzaak op totdat uiteindelijk maar één diagnose overblijft: Romano heeft een depressie, niet vaak voorkomend bij kinderen op die leeftijd maar hem overkwam het. Hij had het gevoel alles kwijtgeraakt te zijn in korte tijd en kon het niet verwerken. Zijn inmiddels volwassen zussen waren kort voor het overlijden van Brutus gaan samenwonen en ineens was zijn speelmaatje ook weg. Volgens de kinderarts zou een nieuwe hond het beste medicijn voor hem zijn en dus nemen we voor het eerst in ons leven contact op met de Nederlandse rasvereniging voor Pyreneese Berghonden. We wilden natuurlijk graag zo’n “grote, witte reus” terug maar wat een teleurstelling. Er was een wachtlijst en het kon wel een jaar duren voordat wij in aanmerking zouden kunnen komen voor een pup. Maar zo lang konden wij niet wachten; Romano zat inmiddels op tweederde van zijn lichaamsgewicht en ging zienderogen achteruit.


 

CHELSEY


 

Dus maar weer naar het asiel in Rotterdam en daar was net een Beagle binnengebracht van 5 maanden. Afgegeven door een moeder met 4 huilende kinderen. Het teefje was door de moeder zonder medeweten van haar man gekocht als pup. De echtgenoot was al helemaal geen liefhebber van honden en dan kom je ook nog eens met een Beagle (waarvan ik vind dat het alleen een hond voor echte liefhebbers is omdat het karakter nu eenmaal niet gemakkelijk is) thuis! En wat is er erger dan een Beagle?; Juist; een onopgevoede Beagle! Aan opvoeden hadden ze niet gedaan dus al de instincten van de hond hadden zich extreem ontwikkeld. Alles wat maar enigszins bewoog, daar ging ze achteraan. Ze vertoonde ondanks haar 5 maanden ongelofelijk dominantiegedrag en sloopte en stal alles wat ze maar te pakken kon krijgen. Ze had totaal geen ontzag voor niets en niemand. Haar laatste wapenfeit was het slopen van een splinternieuw dekbed wat nog in de verpakking zat. Voor de man was hiermee de maat vol en na de zoveelste echtelijke ruzie over de hond was dan toch uiteindelijk besloten dat een hond niets voor dit gezin was. En wat doe je dan…………….Precies; je dumpt de hond gewoon in het asiel!


 


 

Diep tragisch voor dit hondje maar wat een geluk voor ons op dat moment! En ons geluk bleef aanhouden want eigenlijk was het beestje al beloofd aan een dame die al een Beagle had. Maar nadat de beheerder een blik op Romano geworpen had en wij de situatie uitgelegd hadden, was hij zeer resoluut; de dame moest maar even wachten op de volgende Beagle want Chelsey ging met Romano mee naar huis. Voor het eerst in weken zagen wij hem lachen om Chelsey die, haar karakter niet verloochenend, onmiddellijk achter ons huiskonijn aanging op het moment dat ze voor het eerst ons huis binnenkwam. Bugs, gewend aan de zachtaardige Brutus wist niet wat hem overkwam en schoot onder de bank. Nu denkt een Beagle (tenminste deze wel) dat ze alles kan dus Chelsey dacht daar ook wel onderdoor te kunnen. Met als gevolg dat ze (natuurlijk!) vast kwam te zitten. ’s Avonds bij het eten rolde hij haast van de stoel af van het lachen omdat Chelsey, op het moment dat je even niet oplette, met haar hoofdje boven tafel kwam en zo vlug als water, het eten van de borden afstal.


 


 

Wat een dramahond! Niets was veilig, of het nu op tafel, het aanrecht, in de pedaalemmer of in een afgesloten tas zat. Gewoon de vaatwasser inklimmen om de borden af te likken. Ze haalde zelfs eten uit je handen als ze de kans kreeg. Schoenen waren niet veilig want die vrat ze op. Vriendjes en vriendinnetjes werden volop in de benen gebeten als ze maar voorbij liepen. En we konden het haar eigenlijk niet kwalijk nemen; ze wist niet beter want zo speelde ze altijd met de kinderen uit het vorige gezin. Ze moest echt in de bench ’s avonds en als we weg gingen want ze sloopte alles en ging in onze bedden liggen. Nu ben ik gek op honden maar dit dominante hondje had de gewoonte om het dan maar gelijk "haar" plekje te maken. Als "eigendomsbewijs" liet ze haar "luchtje" achter  d.m.v. een plasje in ons bed!! Hoe vaak ik niet gedacht heb: “waarom zat die Beagle daar nou net toen wij langskwamen” dat is al lang niet meer te tellen. . Het is nog steeds geen gemakkelijk hondje, en ze blijft haar eigen, soms irritante zin doen; het is wel een slim hondje, superslim! Na sterilisatie is ze iets rustiger geworden en met uitlaten, loopt ze al tijden niet meer aan de riem als het niet nodig is (wat vrij uniek is voor een Beagle). En wij zijn haar ontzettend dankbaar dat zij toen het herstel van Romano in gang heeft gezet maar mocht ik de volgende keer kiezen dan NOOIT, NOOIT, NOOIT, een Beagle meer want het is en blijft een ECHTE Drama-Queen!


 

CALDO


 

Maar ondanks het dankbare gevoel voor Chelsey, blijft toch dat knagende gevoel van het missen van “die grote witte” met dat geweldige karakter. En dan nadat we op donderdag Chelsey hebben opgehaald, wordt er op zaterdagavond gebeld. En net als toen ik instinctief wist dat ik niets te vrezen had voor die witte reus, weet ik nu dat het iemand is die belt om te vertellen dat er een pup beschikbaar is. En ik zit al huilend ja te knikken voordat mijn man antwoord kan geven aan de persoon die hij op dat moment aan de telefoon heeft. Ik denk dat diegene (was het Claire, ik weet het niet meer) vroeg iets in de trant van; “Heeft u al een hond gevonden?”, want ook tegen haar hadden we verteld wat er aan de hand was met Romano.”Ja, we hebben een hondje uit het asiel gehaald”, antwoordt Aad. “Dus u heeft geen interesse meer in een pup”? Na één blik op mij geworpen te hebben, antwoordt Aad: “natuurlijk wel”. Er was een pup beschikbaar, een reu!! Fokkers zijn Jack en Hanneke Otten van Symfonie van Merode maar dat weten we op dat moment nog niet. We hebben geen flauw idee wat ons te wachten staat! We krijgen een telefoonnummer, maken een afspraak en zijn dolgelukkig.


 


 

We komen binnen bij mensen die duidelijk hun hart en ziel hebben gelegd in de prachtige honden die er rond lopen. 3 Stuks, Hagar, Berlioz en moeder van het nestje, Anitra. Stuk voor stuk kampioenen, horen we later, maar ze schijnen niet gebukt te gaan onder “die last” want ze zijn net zo lief en aanhankelijk als onze vertrouwde Brutus. En dan natuurlijk de puppen. Wauw! Zijn ze zo klein?! Romano is bij ons en ondanks dat de puppen niet te vergelijken zijn met Brutus die pas met 15 maanden bij ons kwam, zie ik de herkenning in zijn ogen. Hij mag de ene na de andere pup vasthouden en is zo blij. “We kunnen hem ook gewoon weer Brutus noemen, toch?” Ja, kan wel als de naam op de stamboom maar wel met een “C” begint. Naam op de stamboom?????????? En het moet iets met muziek te maken hebben…. O ja? Waarom? We krijgen een uitleg van J en H; dit is hun 3e dus C-nest enz., enz. En we stappen een nieuwe wereld binnen van lijnen achter de puppen, shows en een enorme hoeveelheid namen van honden. En we worden gescreend; zijn wij wel de juiste mensen om een pup aan te verkopen? We vertellen over Brutus en J en H gaan gerustgesteld achterover zitten; dit zijn dus duidelijk mensen die het ras kennen en weten waar ze aan beginnen. Maar ik krijg het toch even benauwd; willen ze ons wel een pup verkopen als ze weten dat wij “gewoon” een huishond zoeken? Het beeld wat wij op dat moment van hondeshows hebben, is van een opgetoepeerde poedel die boven op een tafel lijdzaam zijn schoonheidsbehandeling moet ondergaan. Ik zie ons al bezig met poeder en haarlak! Overdonderd door al de verhalen over honden, lijnen, shows met de daarbijbehorende bekers die overal staan, stamelen wij: “Ja maar, wij willen een huishond en het liefst de grootste en de meest witte uit het nest. Ik hou mijn adem in. Nee, natuurlijk, dat is prima maar of we dan wel naar de JoHodag komen. De watte???? “JongeHondedag daar komen alle nestbroers en –zusters weer bij elkaar”. Okay, dat lijkt ons wel leuk en wat is nou één dag op een heel hondenleven, nietwaar? Als wij die pup maar krijgen!!! Aan het eind van het gesprek is het zeker: we krijgen een nieuwe Pyreneese Berghond.


 


 

Tijdens het wachten op de nieuwe pup verdrijven we de tijd met namen verzinnen beginnend met een “C” en die iets met muziek te maken hebben. Ik verzin een indrukwekkende, dubbele naam waarvan ik vind dat deze past bij een hond MET stamboom. “Onzin”, vindt Aad, één naam, geen gezeur. Okay, Caldo klinkt wel stoer en het is ook een stoere hond, de grootste uit het nest. Dus onze hond heet Symfonie van Merode Caldo; de familie doet er een beetje lacherig over en wij schieten gelijk in de verdediging voor onze pup. En leggen uit dat de pup nu eenmaal de naam draagt van de kennel waar hij vandaan komt.


 


 

En dan op 11 april is het dan zo ver; we mogen Caldo ophalen! Koopcontract ondertekent, een boekje mee over opvoeding, gezondheid, voeding en allerlei handige tips en een karakterbeschrijving van Caldo. “Wel bellen, hè, als er wat is? En we zien jullie op JoHodag”. En daar gaan we met de allereerste 1e pup in ons leven. Eventjes jankt hij in de auto maar dat geeft hij al gauw op. Op het moment dat Caldo binnenstapt, gaat hij als vanzelfsprekend op het oude plekje van Brutus in de tuin liggen. En de 1e nacht gaat hij op de mat voor de deur liggen waar Brutus ook altijd lag en gaat heerlijk slapen. Eigenlijk hadden wij ons ingesteld op een aantal slapeloze nachten maar vanaf de 1e dag slaapt onze pup als het moet; ’s nachts. Wat een plezier kan je hebben van een pup; die ervaring hadden wij nog niet. Tot Caldo hadden we altijd oudere honden uit het asiel gehaald. En wat een lol kan je hebben als je tegen de mensen zegt: “maar het is nog maar een pupje”. Wat?!!! Hoe groot moet hij dan wel niet worden? Het was net een opwindbare pluche speelgoed hond zoals hij liep te dribbelen over het fietspad. Eten, zindelijk maken, opvoeden, het ging allemaal zo gemakkelijk; er bleef niets over van de “horrorverhalen” die we gehoord hadden over het opvoeden van puppen. Caldo was een rustig, lief en makkelijk mannetje.


 


 

Naar de Johodag zijn we geweest; de 1e ervaring die we op zullen doen betreffende het “showgebeuren”. We wisten niet wat we zagen; zoveel Pyrs bij elkaar! Maar terwijl we dat denken, komt Jack aangelopen: “Kom je moet nog door de veterinaire keuring (wie, ikke?) en dan kan je gelijk de ring in want ze zijn al bezig”. Wie zijn “ze” en wat is de ring?? Jack wijst ons wat de ring is en ‘ze’ blijken de keurmeester, 2 dames achter een tafel en een meneer die ook in de ring rondloopt. Okay, daar sta ik dan voor de 1e keer mijn hond(je) te showen en ik heb geen idee wat ik moet doen. “Je hoeft niet zenuwachtig te zijn, hoor”, zegt de aardige meneer die in de ring rondloopt. “Zet je hond neer”, zegt een vriendelijke mevrouw langs de kant. Wat nou, hij staat toch op alle 4 zijn benen! Later op de dag zal ik gaan begrijpen wat ze daarmee bedoelde. Ik zal nog veel meer goed bedoelde adviezen krijgen van de routiniers die langs de kant staan maar merendeels begrijp ik er niets van. “De achterhand”, roept een enthousiaste meneer. Nou weet ik inmiddels wel wat de achterhand is van de hond maar wat is daar dan mee? En weer hoor ik “zet hem neer”. Ik begrijp inmiddels wel dat het niet handig is om slippers aan te doen als je een hond moet “showen’. “Loop maar een rondje” zegt de vriendelijke dame en ik wandel met Caldo door de ring. “Nee, sneller”, wordt mij verzocht. Ik probeer te rennen maar struikel natuurlijk over mijn slippers en Caldo. Die kijkt mij met een verontwaardigde blik aan van “Wat doe jij nou?!” Uiteindelijk zijn we klaar en Caldo en ik mogen voor spek en bonen gaan staan bij de dame die de 3e plaats heeft veroverd. O, wat zijn wij blij dat we de ring uitmogen!


 


 

De rest van de dag hebben we onze ogen uitgekeken; al die mensen die precies wisten hoe ze hun hond moesten neerzetten, exact het juiste tempo aanhielden voor de hond en als een been maar een beetje scheef stond, werd dat resoluut teruggeplaatst. Maar het was inderdaad een heel leuke dag met prachtig mooi weer. Het was super om te zien hoe Caldo toch nog zijn nestbroes en – zusters herkende en hoe ze speelden met elkaar. Om te praten met mensen die net zo wild waren van het ras als wij. Veel lol hebben met Jaap en Marian van nestbroertje Chavez om “dat gedoe” in de ring en “onze lelijke eendjes”. Aan het eind van de middag gaan we nog een keer de ring in voor het familiegebeuren. Mamma is er natuurlijk maar ook Pappa Neou; wat een hond! We zijn allemaal een beetje trots als ‘onze’ fokkers de prijs winnen voor het mooiste, meest homogene nest. Na beloofd te hebben toch nog een keer naar de Clubmatch te komen, stappen we, moe door alle ervaringen, in de auto. Caldo slaapt al voor we het terrein afrijden.


 


 

Thuis gaat het leven zijn eigen gangetje en Caldo groeit als kool. En voordat we het weten is het tijd om naar de Clubmatch te gaan. We (lees Caldo) krijgen bewonderende blikken als we het terrein opkomen. Wie is dat nou? Voordat we binnen zijn, hebben we deze vraag al 5x gehoord. We begrijpen er niets van: Caldo is gewoon onze Caldo, de huishond! Maar Caldo blijkt, voor de fokkers die aanwezig zijn, toch de moeite waard om eens nader te bekijken. We weten nu wat ons te wachten staat en ik heb natuurlijk geoefend met Caldo. Hij gedraagt zich keurig in de ring, loopt netjes de rondjes mee (ik heb dit keer mijn slippers thuisgelaten!) en blijft staan als de keurmeester hem betast. Alleen tanden kijken; daar was hij niet van gediend door deze meneer hoewel het thuis toch heel goed ging. In gedachten staan we al op de 1e plaats want hij ziet er echt heel goed uit. En dan wordt er geplaatst; 4e plaats, de keurmeester komt naar ons toe met een spijtige blik in zijn ogen. “Prachtig exemplaar” en vervolgens een opsomming van die onderdelen waaraan Caldo voldoet volgens de rasstandaard en -type. Zouden ze misschien dan toch eerst nr.1 plaatsen i.p.v. nr. 4? Hij helpt ons gauw uit de droom; Caldo krijgt “weinig belovend” vanwege zijn gebit. Wat krijgen we nu weer?! Hij heeft een ondervoorbijtend gebit volgens de keurmeester. Al piekerend verlaat ik de ring want ik heb geen idee wat ondervoorbijtend is. Het moet wel iets verschrikkelijks zijn want de hond die er niet eens uitziet als een Pyreneese Berghond wordt nog voor ons geplaatst. Mensen komen naar mij toe;”Wat is er gebeurd?’. Als ik zeg:” Hij heeft een ondervoorbijt, geloof ik”, kijken ze mij ineens medelijdend aan. “Wat zonde!”, om vervolgens Caldo’s mond open te trekken en te kijken naar dat blijkbaar ondervoorbijtend gebit. ”Hij heeft helemaal geen ondervoorbijt!!” Ja maar, de keurmeester zegt van wel. “Heb je niet geprotesteerd?” Nee, ik kan moeilijk met iemand in discussie gaan als ik op dat moment niet weet wat ondervoorbijt is. Jack is teleurgesteld maar nadat ook hij vervolgens in Caldo’s mond heeft gekeken, wordt hij toch een beetje boos; “wat nou ondervoorbijtend” en sleept Caldo en mij mee naar mevrouw Jasica op het moment dat ze klaar is met het keuren van de teven. “Mevrouw Jasica, wilt u eens even kijken?”. Ze kijkt en Caldo ondergaat het lijdzaam voor de zoveelste keer. Hij heeft toch blijkbaar een voorkeur voor wie er in zijn mond mag kijken (of is het afkeur voor wie niet?) “Ja, en”, vraagt ze vriendelijk aan Jack. “Volgens de keurmeester heeft hij een oncdervoorbijt”. Ze doet Caldo’s mond nog eens open en kijkt nog een keer. “Dat is beslist niet waar, het mag op het moment wat krap zijn maar dit is beslist geen ondervoorbijt’, zegt zij resoluut. Nou dan gaan we natuurlijk even naar de keurmeester, hè, om dat recht te zetten zodat hij dat kan veranderen op het keurrapport en misschien worden we dan wel wat hoger geplaatst (naïef, naïef). “Ja, maar zo werkt dat niet, geplaatst is geplaatst en de keurmeester verandert heus dat keurrapport niet”, krijg ik te horen. En die dag kom ik er op een heel vervelende manier achter dat er maar één baas is in de ring en dat alleen zijn mening de ware is en dat is de keurmeester!! Later zullen we de betreffende keurmeester weer tegen komen en dan roemt hij Caldo’s fraaie Franse hoofd en rept hij geen woord over zijn zgn. ondervoorbijtend gebit.


 


 

Okay, nu hebben we het wel even gehad met dat “showgebeuren” en we laten Caldo lekker “de huishond” zijn. Totdat……..Jack en Hanneke op visite komen om te kijken hoe het met Caldo gaat. Caldo, inmiddels 13 maanden, is uitgegroeid tot een imposante reu. Foto’s worden er gemaakt en daar komt de vraag:”Willen jullie niet met Caldo gaan showen, het zou zonde zijn om het niet te doen”. Als ik thuiskom van mijn werk vertelt Aad trots dat J en H Caldo zo’n prachtige hond vinden en dat ze hem willen laten zien aan verschillenden keurmeesters. Maar ja, wie moet hem dan showen? Na 2x had ik mijn buik er al vol van en Aad zag het ook niet echt zitten. Maar gelukkig, Jack had aangeboden om hem te showen voor ons. En eindelijk op 9 mei 2002 begint de echte showcarrière van Caldo.


 


 

JoHodag 2002. Dit keer zijn we ruim op tijd vertrokken en het is weer prachtig mooi weer. Marco en Delight zijn met ons meegegaan want die willen ook wel eens zien of de keurmeester Caldo inderdaad wel zo mooi vindt. Romano hoeven we niet te overtuigen. Met een grenzeloos vertrouwen waartoe alleen een kind in staat is, staat voor hem al vast dat zijn hond gaat winnen. Het is vreemd om onze huishond de ring binnen te zien stappen aan de hand van een duidelijk geoefende handler. Beiden zijn zeer rustig en Caldo blijft de hele tijd stilstaan (nou ja, bijna) en wordt gekeurd. Duurde het de vorige keer nou ook zo lang? En dan wordt er geplaatst; ongelofelijk; hij wordt 1e in zijn klasse en krijgt de felbegeerde rode rozet. Later moet hij terug voor het plaatsen van de beste reu maar daar legt hij het af omdat het gangwerk nog niet voldoende is. Maar onze dag kan niet meer stuk; Onze huishond heeft zijn klasse gewonnen. In de roes van de overwinning besluiten we direct om te gaan trainen met Caldo om zijn gangwerk te verbeteren. Want J en H hebben gevraagd of we meegaan naar de Belgische Clubmatch en daar zal hij dan ingeschreven worden in de Open klasse. ’s Avonds zijn we met z’n allen uit eten geweest om de overwinning te vieren. En onze “Kampioenshuishond”? Die lag lekker naast onze tafel te snurken met 4 benen in de lucht en de rode rozet aan zijn halsband geklipt.


 


 

En vanaf dat moment gaat het hard, heel hard. Caldo wint op de Belgische Clubmatch de Open klasse en wordt 2e beste reu in show achter zijn vader Neou. Wint het res. CAC wat omgezet wordt in een Belgische CAC omdat pappa al Belgisch kampioen is. Wint in Uden zijn 1e Nederlandse CAC, wordt in Maasstricht BOB en wint in Dortmund op de Bundessieger de Open klasse met als resultaat zijn 1e Duitse CAC.


 


 

Maar we zullen toch eens zelf Caldo uit moeten gaan brengen en in het Belgische Genk brengt Aad, Caldo voor het eerst uit. En hij (Aad) doet het hartstikke goed. Aan de kant sta ik mee te leven en allerlei aanwijzingen te geven want “de beste stuurlui staan aan wal” tenslotte. De volgende show mag ik; prompt eindigen we op de 4e plaats in een klasse van 4 honden. Tel een bloednerveuze eigenaresse die haar hond ook zenuwachtig maakt (en weer struikelt over haar hond!) en een allround keurmeester bij elkaar op en dan krijg je dit resultaat! En toen hadden we een probleem; Aad kon (en kan nog steeds) Caldo beter showen maar met lopen was Caldo enthousiaster bij mij en maakte het wiel en bij Aad niet. Van alles hebben we geprobeerd; stukjes kaas en worst, gek doen voordat we de ring in gingen, het maakte allemaal niet uit; Caldo liep en maakte het wiel als hij het wilde en dat is nog steeds zo. Heeft hij er zin in dan doet hij het en anders gewoon niet. Aangezien het belangrijk was dat hij het wiel maakte, werd ik de pineut om te showen. Het heeft mij heel wat zweetdruppeltjes gekost en waarom ik zo zenuwachtig ben; ik weet het niet. Ik begin al op het moment dat ik in de ring sta, te praten tegen Caldo. “je blijft wel staan, hè, als ik je neerzet” Hij kijkt mij dan aan met een blik van “O, is het weer zo ver” en zet gelijk zijn linkerachterbeen naar voren. Hè, precies dat been weer, en ik duik onder Caldo om het recht te zetten. Hi, hi, schijnt hij te denken en zet tegelijkertijd zijn rechtervoorbeen in de “Franse stand”. En zo gaat het de hele keuring door. Aad staat aan de kant en probeert mij aanwijzingen te geven. Maar daar word ik nog nerveuzer van; hij gebruikt een gebarentaal en mimiek waar ik niets van begrijp op dat moment! (ligt aan mij niet aan Aad)


 


 

De volgende shows in België worden gekeurd door rasspecialisten. En ze vinden hem mooi, heel mooi en prompt wordt hij BOB en sleept weer 2 Belgisch CAC/CACIB’s binnen. Dit zal een voorbode zijn voor de rest van zijn carrière. Rasspecialist (die er helaas te weinig zijn): bijna altijd prijs, met allround keurmeesters moet je het altijd afwachten. Dan heb je nog te maken met (en dat zijn er gelukkig niet zoveel!) keurmeesters die niet de hond keuren maar diegene die achter de hond staan. Daarbij voor het gemak vergetend dat iedereen moet betalen om aan een show deel te nemen. Wordt niet openlijk over gesproken maar iedereen weet dat het gebeurt. Chauvinisme is bepaalde keurmeesters in Europa ook niet onbekend. En zo kan het gebeuren dat je verliest van een minder rastypische hond die bovendien al mankend door de ring gaat omdat de keurmeester toch liever een landgenoot op de 1e plaats ziet staan. Een ‘collega’ handler die haast bovenop je komt staan als jij net je hond keurig netjes in stand hebt neergezet komt ook nog wel eens voor. En je moet er ook tegen kunnen dat er “gepraat” wordt over je hond. Niet in je gezicht uiteraard, achter je rug want je zou eens wat terug kunnen zeggen; dat willen ze niet hebben! Het is “hartveroverend” om te zien hoe sommige mensen elkaar om de nek vallen als ze elkaar op shows zien. Dat zijn dan diezelfde mensen die nog niet zo lang geleden over elkaar geroddeld hebben en nog steeds doen! Nu lopen wij nog niet zo lang mee in dit wereldje, maar we hebben nu al verschrikkelijk veel respect voor die fokkers die een hekel aan elkaar hebben en daar openlijk voor uit komen. Dat is beter dan al die zogenaamde vrienden die een mes in elkaars rug steken op het moment dat ze daar de kans toe zien! Nu zult u zeggen; is het alleen maar negatief dat showgebeuren? Nee, natuurlijk niet! Zoals ik net al zei: er zijn te weinig rasspecialisten voor Pyreneese Berghonden om ze op elke show in te zetten. En ze zijn er gelukkig genoeg, die onbevooroordeelde keurmeesters. Een groot pluspunt is dat je goede vrienden over de hele wereld erbij krijgt omdat je met dit ras bezig bent. De fokkers die het elkaar echt gunnen, bestaan nog steeds. Gelukkig voor de beginnende fokker, ontmoet je altijd wel mensen die je daadwerkelijk kunt vertrouwen. Ook wij hebben zulke vrienden gevonden: Beate, Berit en Arne van kennel Alta Colina. En voor de rest zijn de meningen van bepaalde mensen niet zo belangrijk dus die moet je gewoon naast je neerleggen.


 


 

Nu maar weer even verder met wat leukere dingen. Caldo begint in 2003 met het veroveren van de 2e plaats in de Open klasse (14 honden) van de World Winner die gehouden wordt in Dortmund. (geshowd door Jack met stalen zenuwen) Ook in 2003 wordt hij Nederlands, Belgisch en Internationaal kampioen en is winnaar van de Meilleur Montagne Trofee 2003. En passant pakt hij in de vakantie ook nog even de BOB titel mee in Novigrad, Kroatië. In 2004 wordt hij Luxemburgs en Duits kampioen. Vanaf dat moment houden we op met intensief showen want Caldo heeft er duidelijk niet zo veel zin meer in; showmoe misschien? Wat hij wel leuk vindt, is weekendjes met ons weg dus waarom niet combineren? En dat doen we dus nu: naar Denemarken, Zwitserland en natuurlijk elk jaar naar Frankrijk. En daar zagen we in 2003 voor het eerst Surcouf du Domaine de Peyrac, een hond die veel indruk op ons maakte door zijn mooie, wat arrogante uitstraling. Na wat emailcontact over en weer met Catherine hebben we besloten om daar onze 2e pup te gaan halen.


 


 

 


 

CARONNE


 

En daar gaan we; ongeveer 1200 km rijden op één dag om een pup op te halen. De stemming in de auto is niet al te best want ik ben sinds kort gestopt met roken en super chagrijnig. Ik zit naar Aad te kijken die rijdt en denk: ”durf eens wat te zeggen; ik vreet je gelijk op”. Aad voelt al lang aan dat ik op oorlogspad ben en houdt wijselijk zijn mond. Hij heeft al 2x eerder meegemaakt dat ik gestopt ben met roken en weet dus wat hij wel en niet moet zeggen. Maar….. blijkbaar toch niet helemaal. Hij denkt mij op een positieve manier op te vrolijken en zegt: “Ik vind het zo knap van je dat je gestopt ben met roken”. Verkeerde tijd, verkeerde plaats en de verkeerde woorden. De stoom komt uit mijn oren: knap?, knap? Wat is nou knap; dat ik al 3 dagen loop te knarsetanden ondanks de acupunctuurspelden in mijn oren? Deze had ik erin laten schieten omdat ik zelf eigenlijk helemaal niet wilde stoppen met roken. Ik was gestopt omdat Aad ook enkele maanden geleden gestopt was en dacht m.b.v. accupunctuur het ergste wel te kunnen overleven. Maar dat bleek dus niet zo te zijn, ik voelde me k.. en natuurlijk was het zijn schuld dat ik mij zo ellendig voelde. “Ik moet naar het toilet”, grauw ik Aad toe. Ik hoor hem denken want we zijn een half uurtje geleden ook nog gestopt. Maar na één blik op mijn gezicht, besluit hij toch maar dat het veiliger is om te stoppen. Ik stap de auto uit, loop de kiosk binnen en koop een pakje sigaretten, loop ermee achterom en steek heerlijk een sigaretje op. Nou ja, heerlijk?? Het smaakt niet eens lekker en ik word er zelfs een beetje misselijk van. Maar na een paar haaltjes, voel ik wel mijn boze bui zakken. Gatver, ik lijk wel een junk! Maar na nog een paar haaltjes vind ik ook dat niet eens zo erg meer. En vrolijk lachend loop ik naar de auto terwijl Aad verbaasd naar mij kijkt. “Zo, wat ben jij ineens vrolijk”. “Ik heb gerookt”, zeg ik en dan komt er bij Aad stoom uit zijn oren. Gedurende een lange tijd is het heel stil in de auto terwijl wij richting pup rijden. Mijn boze bui is allang gezakt (raar eigenlijk door één sigaret?) maar die van Aad smeult nog een beetje na. Poeslief vraag ik: ”Moeten we nog lang rijden?” Ja, grauwt Aad nu op zijn beurt.”Wel een mooie naam, hè, die we verzonnen hebben voor de pup?” “Mm”, bromt Aad. “Het is druk hè, op de weg?” Aad schiet in de lach: “Ja, houd nu maar op, slijmbal”. En vrolijk rijden we richting ”Uchan Caronne du Domaine de Peyrac”, zoals we onze nieuwe pup genoemd hebben.


 


 

Het hele nest is er nog want wij zijn de 1e pupkopers die hun hondje komen halen. Helaas wordt het niet de pup die we in de 1e instantie uitgezocht hadden. Catherine haalt de rest van de pupreuen naar binnen en eentje springt er voor ons direct uit. Een brutaal mannetje dat al zijn broertjes opzij duwt en gelijk op mijn schoot klimt. “Dit is hem!” (waar hebben we dat meer gehoord) en we onderwerpen het pupje aan een lichamelijk onderzoek. Mooi gebouwd, prachtige hoekingen, hubertusklauwtjes in orde en dan die ogen! Hij is wel wat kleiner dan Caldo op die leeftijd maar hij heeft een houding en uitstraling! Precies datgene wat ons zo opviel bij Surcouf. In de auto leggen we hem in zijn mandje op de achterbank maar daar is meneertje het niet mee eens. Net zo snel als wij hem erin zetten, komt hij er weer uit. Na dit een aantal keren gedaan te hebben, blijft hij wel netjes liggen. Maar nu begint hij zijn ongenoegen luid en duidelijk uit te blèren. Op een gegeven moment houdt hij even op om vervolgens weer opnieuw te beginnen. En dan komen we bij Parijs en het is verschrikkelijk druk. Aad raakt toch lichtelijk geïrriteerd door dat piepende monster achterin. En ik besluit maar bij hem achterin te gaan zitten. Hij legt zijn hoofdje op mijn schoot en slaapt gedurende de rest van de reis. ’s Avonds komen we thuis waar iedereen vol spanning zit te wachten op de nieuwe pup. Caldo lijkt ineens een reus vergeleken bij dat kleine ding en gaat er, zoals we van hem gewend zijn, heel voorzichtig mee om. Chelsey, de Beagle moet natuurlijk even laten zien wie de baas is en gaat demonstratief over Caronne heen staan. We hebben het vermoeden dat ze dat niet lang vol zal houden. We zijn allemaal, heel toepasselijk, hondsmoe en Caronne zoekt zijn plekje tegen Caldo aan en valt in een diepe slaap. Ook wij gaan slapen (nadat ik een sigaret heb gerookt natuurlijk!) want het is al 02.00 uur.


 


 

Hij is onvermoeibaar en drijft Caldo en zelfs soms Chelsey tot wanhoop. Maar O!, wat is hij leuk. We denken in het begin dat Catherine ons misschien een Golden Retriever in Pyrvermomming heeft meegegeven. Hij rent, hij speelt, loopt achter balletjes aan die hij trouw terugbrengt, en geen sloot komen we voorbij als hij los loopt. Hij heeft inmiddels al aardig wat “vriendjes” en daar duikt hij regelmatig mee de sloot in. Het is een plezier om puppycursus met hem te doen; hij luistert geweldig. De jongste van het hele stel maar de enige die ”voor” komt vanaf de andere kant van het veld, zonder oog te hebben voor de andere honden om hem heen. Het ene moment een air van hier tot Tokio en het andere moment een superaanhankelijke baby met het daarbij behorende gedrag.


 


 

Opvoeden gaat bij hem ook gemakkelijk en er is geen vuiltje aan de lucht totdat…………. hij tijdens het : “voorkomen” onderschept en aangevallen wordt door een andere reu. En ineens zie ik een hele andere Caronne, een hele felle Caronne die blijkbaar niet bang is en flink van zich afbijt ondanks dat de reu een flink stuk groter is dan hij. Geschrokken halen we de honden uit elkaar en op slag verandert hij weer in een aanhankelijke baby. Op de leeftijd van 11 maanden zal hij op show nog een keer aangevallen worden door een oudere hond. Dit was verschrikkelijk want de halsbanden klipten in elkaar vast en de beide honden raakten volledig in paniek. ”Ga bij die honden weg”, werd er geroepen door mensen die niet in de gaten hadden wat er precies gebeurde. Uiteindelijk kreeg ook een meisje in de gaten wat er aan de hand was en samen hebben we de halsbanden losgekregen. Ik had een paar behoorlijke bijtwonden in mijn handen maar dan kon mij niets schelen; de honden waren los. Sindsdien is Caronne altijd op zijn hoede gebleven voor reuen en hij hoeft ze alleen maar te ruiken om in opperste staat van paraatheid te zijn.


 


 

Ook Caronne mag op JoHodag zijn debuut maken en weer is het prachtig mooi weer. Heel rustig stapt hij de ring in met een air van “wie maakt mij wat”. In deze klasse staan 6 honden die allemaal voor de 1e keer worden geshowd. Hij gedraagt zich goed en blijft redelijk rustig staan dus ik ben zelf ook heel ontspannen. Als we een rondje moeten lopen, volgt hij keurig zoals hij op de cursus heeft geleerd. Hoofd omhoog, aandacht en lopen. Hij verovert de 1e plaats. Daarna mag hij voor spek en bonen mee de ring in voor de keuring van “Beste reu”. Geen gezicht, dat kleine ding tussen al die prachtige grote reuen. Als laatste gaat hij de ring in voor “Beste pup in klasse 3-6 maanden”.En weer volgt hij keurig het hele rondje en wint van de hele mooie dame die op haar beurt weer 12 concurrenten had verslagen.


 


 

Met Caronne doen we iets waar we bij Caldo nooit aan gedacht hebben; We gaan hem als pup showen. Keer op keer haalt hij goede resultaten met als hoogtepunten: “Beste pup in show” 2004 in Rotterdam, op de leeftijd van 9 maanden behaalt hij de 2e plaats in de jeugdklasse in Argelès, Frankrijk, het Mekka van de Pyreneese Berghond, Bundesjugendsieger 2004 in Dortmund en Jeugdwinner 2004 + res. CAC in Amsterdam (leeftijd 11 maanden). Ook hij is mee geweest naar Zwitserland en Kroatië; de uitslagen kunt u lezen op de pagina ”shows”.


 


 

CELICE


 

En dan verschijnt er ineens een dame op het toneel. Nou ja, dame?? Het lijkt meer op de 1e vrouwelijke Terminator!! Maar dat verhaal komt zo. Bij Beate en Berit van Alta Colina is een nest geboren. Zij zijn goede vrienden van ons geworden in de loop van de tijd en zij hebben een zoon van Caldo, genaamd Crème de la Crème “Keldo”. Het zijn mooie puppen met de bijbehorende fraaie Scandinavische lichamen en achterhand. Voor Beate en mij is nr. 6 favoriet bij de teven. ’s Avonds over de email vertelt zij mij dat ze haar toch liever “binnen bereik” wil houden en wat ik ervan vind als nr. 6 bij mij zou komen? Ik ga met het voorstel naar Aad want ondanks dat het wel de bedoeling is om er een teef bij te nemen, hadden we dit wel in de toekomst gepland en niet nu. Samen bespreken we het; dit zou wel een ideale dame zijn want we kunnen dan zowel Caldo als Caronne in de toekomst met haar combineren. En het is een prachtige pup zo op de foto’s te zien. Laten we deze kans liggen? Hoe meer we erover praten des te logischer wordt het om het voorstel te aanvaarden. En we aanvaarden het in de vorm van co-ownerschap om onze vriendschap en samenwerking nog eens te bezegelen.


 


 

Maar ja, omdat het eigenlijk nog niet de bedoeling was om een pup erbij te nemen, hebben wij onze vakantie al geboekt. En een weekend Zwitserland staat ook op de planning. We kunnen geen pup uit haar vertrouwde omgeving halen om haar na een paar dagen bij mijn moeder te droppen. En daarna 2 weken thuis te zijn en haar weer achterlaten voor onze vakantie. Dus wordt afgesproken dat Celice wat langer blijft bij Beate. Intussen blijkt ook Rieky van den Berk geïnteresseerd te zijn in een pup uit het nest. We leggen contact met elkaar en dan komt ook zij ineens met een leuk voorstel. Waarom ga je niet mee Jergan ophalen, een retourtje Noorwegen blijkt niet eens zo duur te zijn. En eigenlijk heb ik wel weer zin om Beate, Berit en Arne te zien. Arne en Berit waren in juli nog bij ons geweest voor een dekking maar Beate heb ik al meer dan een jaar niet meer gezien. En we willen weten hoe de reis in het vliegtuig verloopt voor de pup want anders gaan wij Celice met de auto ophalen. Dus vlieg ik met Rieky mee naar Noorwegen om nestbroertje Jergan op te halen. Het zijn vriendelijke mensen die ons gastvrij ontvangen en de honden die er lopen, zijn allemaal even lief. Ik zie Kelly weer terug die mij direct herkent en haar beroemde lach laat zien. We zien Keldo voor het eerst in levenden lijve; wat een reus! Rieky houdt voor het eerst Jergan in haar armen en voor het eerst houd ik Celice vast. Het blijken pittige, al zeer goed ontwikkelde hondjes te zijn. Alle honden die we tot op dat moment alleen van foto’s kennen, krijgen we allemaal te zien. Het wordt natuurlijk laat die avond en als we eindelijk besluiten om te gaan slapen, is het 4 uur in de nacht en we verbazen ons over het feit dat het nog steeds gewoon licht is. De volgende dag zit Rieky naast mij in het vliegtuig met haar hoofd letterlijke en figuurlijk in de wolken. Jergan zit veilig in het vrachtruim want dat hebben we luid en duidelijk gehoord!


 


 

Nadat we op vakantie zijn geweest, ga ik Celice halen en blijf gelijk een paar dagen in Noorwegen. Beate en haar moeder halen mij af van het vliegveld. Thuis aangekomen, maken ze een hele tafel klaar met allerlei Noorse specialiteiten. En terwijl we heerlijk zitten te eten, kijken we video’s van de clubmatches in Noorwegen. Het wordt natuurlijk weer nachtwerk en dat terwijl we morgen heel vroeg op moeten. Beate heeft nl. een route uitgestippeld van Langerdal till Sandefjord. Geweldig, ’s morgens vertrekken we van huis met 24º zon, gaan naar een prachtig natuurpark, eten onderweg nadat we al een aardig eindje zijn geklommen in de bergen met de prachtige watervallen en eindigen ’s avonds 1500 m boven de zeespiegel in een sprookjeswereld van fjorden, ijs en sneeuw. Op het moment dat we daar de auto uitstappen, valt de serene rust en adembenemende schoonheid over je heen. Je voelt jezelf helemaal tot rust komen en er is niets anders dan je liever zou willen dan daar blijven. Diep in de nacht komen we thuis en het is dan natuurlijk nog steeds licht! Foto’s van deze trip vindt u op de pagina “foto’s”. Beate moet de volgende dag werken (arme zij) en Berit gaat met mij mee op trollen- en elandenjacht. Na voldoende trollen en elanden gekocht te hebben voor familie en vrienden, gaan we naar huis. En het wordt natuurlijk weer niet vroeg en zou het ooit donker worden daar?!


 


 

Op 30 juni keer ik samen met Celice terug naar Nederland. Netjes op tijd staan we in de rij bij “Special Cargo” om Celice af te geven. En wat gebeurt er? Voor ons staat een familie die blijkbaar gaat emigreren. Vracht na vracht wordt op de lopende band neergezet in de vorm van gitaren, hokken met cavia’s, fietsen, kinderspullen; kortom alles wat je zo lang mogelijk bij je wilt houden voordat je gaat emigreren. De hond van deze mensen wordt keurig opgehaald en eindelijk zijn wij aan de beurt na meer dan een half uur gewacht te hebben. “You’re too late”. Even denk ik hem niet goed verstaan te hebben. “Excuse me?” “You’re late so she can’t come with you anymore in the plain otherwise the plain leaves too late”. Het bloed kookt in mijn aderen en ik vlieg naar de ander kant van de hal waar ik ruim 2 uur van te voren heb ingecheckt MET hond. Zij kunnen er ook niets aan doen maar ik ben niet van plan om Celice achter te laten en vlieg naar de klachtenbalie die natuurlijk aan de andere kant van de hal ligt. Het huilen staat mij nader dan het lachen. In het voorbijgaan roep ik de medewerker woest toe dat ik een klacht in ga dienen. Dit is geen stijl; ik was ruim op tijd om haar af te geven. Op het moment dat ik, buiten adem, mijn verhaal probeer te doen aan de klachtenbalie, komt hij naar mij toe. “Sorry, there’s someone on the way to fetch her”. En inderdaad er komt iemand om haar op te halen. Maar nu moet ik nog op tijd zijn want ik ben nu ook te laat. Door de poortjes heen (gelukkig gaat er niets piepen!) en ook ik ben nog net op tijd om te boarden. Op het moment dat ik het vliegtuig instap, word ik toch ongerust. Jergan konden we nl. luid en duidelijk horen in het ruim toen we aan boord stapten. En ik hoor niets!!! De stewardessen leven gelukkig helemaal mee en één van hen gaat kijken in het vrachtruim. En inderdaad, Celice is (nog) niet aan boord. De mensen die in het vliegtuig zitten, krijgen ook in de gaten wat er aan de hand is en iedereen leeft mee. En uiteindelijk klinkt er door de intercom, ”Dames en heren, iedereen is aan boord; ook onze pup dus we gaan vertrekken”; 10 minuten te laat vertrekt het vliegtuig.


 


 

Dit keer komen we aan op Rotterdam Airport en onderaan de trap staat een medewerkster. Ik vraag haar hoe lang het duurt voordat Celice uit het vliegtuig komt want ik hoor haar behoorlijk te keer gaan. Ze blijkt helemaal achterin te staan en volgens de normale gang van zaken wordt eerst de bagage eruit gehaald en Celice dus als laatste. “Wacht maar”, zegt de vriendelijke dame, “ik ga wel even kijken maar ik beloof niets”. En terwijl we allemaal staan te wachten bij de bagageband, wordt de Varikennel met Celice erin er als eerste uitgetild. Bedankt heb ik ze natuurlijk al lang maar toch nog even bij deze: “Bedankt Transavia en bedankt Rotterdam Airport voor het begrip en de goede service!!!


 


 

Op het moment dat we de aankomsthal in komen, komt Kaydee naar me toe:”Alicie hebben?” (om de een of andere reden vindt ze deze naam blijkbaar leuker dan Celice) En als vanzelfsprekend pakt ze de riem over en neemt Celice mee. En dan eindelijk thuis met de nieuwe pup; we laten onze honden kennis met haar maken op neutraal terrein en gelukkig; het klikt. Caldo denkt:”hé, een teefje”, en gedraagt zich behoorlijk opdringerig maar na een paar correcties is dat over. De Beagle gedraagt zich natuurlijk weer dominant maar dan heeft ze aan deze tante toch een verkeerde. Celice heeft natuurlijk wat langer in een roedel rondgelopen dan een pup die met 8/9 weken wordt opgehaald en ze weet zich goed te weren. “Grrrr”, doet ze en ze schudt Chelsey van haar rug af alsof het een lastige vlieg is. En Caronne?? Die ziet een wereld voor hem opengaan in de vorm van een perfect speelmaatje en is dol enthousiast.


 


 

Ook zij gaat lief slapen, de 1e nacht, doodmoe van alle indrukken die dag. De volgende dag brengt ze door met spelen met Caronne, met de leuke vlinders die overal in de tuin staan (nu dus niet meer), en als ik haar daarop naar binnenhaal, met de planten die binnen staan (om de een of andere reden heeft ze een hekel aan de kaartjes waarop beschreven staat op welke wijze de planten te verzorgen) en loopt te slepen met lege limonadeflessen. Moe maar voldaan gaat ze de 2e nacht slapen; tenminste…………dat denken wij! We worden wakker van een harde klap. Beneden gekomen zie ik Celice heerlijk kauwen op de stam van een 2 meter hoge yuca. Yuca ondersteboven (hoe krijgt dat kleine ding dat nou voor elkaar?), bladeren en aarde door de hele huiskamer heen. Celice, NEEEEEEEEEEEEEEEE!! Na een paar dagen zal blijken dat we een echte “Terminator” in huis hebben gehaald. Planten zowel binnens- als buitenshuis graaft ze fanatiek uit. Afdekplinten van het laminaat zijn ook geen probleem voor haar. De (houten) open trap beschouwt ze als zoethout en een leren stoel is ook een lekkernij. Haar tandjes scherpt ze gewoon aan de muur. Tijdschriften zijn niet veilig en als mevrouw dorst heeft dan drinkt ze gewoon uit de vaas met waterplanten (of bij mijn dochter, uit de vissenkom).


 


 

mail 1 van Celice aan “Mamma Beate” mail 2 van Celice aan “Mamma Beate”


 

Ondanks dat haar aandacht merendeels uitgaat naar de jongens, blijkt ze toch ook heel goed de streken van de Beagle in de gaten te houden. En zoals u weet, die steelt alles wat maar enigszins eetbaar is als ze de kans krijgt! Doordat Celice al vrij snel een behoorlijke hoogte heeft bereikt, kan ze gemakkelijk achter op het aanrecht komen. In het begin dachten: “ach, Puppy, kan geen kwaad”. Maar als Puppy er met een hele rollade vandoor gaat die je net hebt klaargemaakt voor het eten, dan wordt het toch wat minder! Ze vliegt met haar buit naar achteren in de tuin waar ze haar eigen rovershol heeft gemaakt en duikt er met een snoeksprong in. Nou, probeer dan maar eens je rollade terug te krijgen!! Niet om hem weer zelf op te eten uiteraard maar we voorzien de nodige sanitaire problemen als ze de rollade helemaal opeet en daar hebben we geen zin in. Nu zijn we eraan gewend en zetten alles wat eetbaar is hoog of in de kasten weg. Maar er zijn nog altijd mensen (moeder, schoonmoeder) die nog steeds denken: “Ach, doet Puppy niet”. En hup, daar gaat Puppy er weer vandoor met een kilo kaas. Vlees wat net bij de slager vandaan komt, laat het maar niet één minuut op het aanrecht liggen om de rest van je boodschappen op te ruimen want ze staat (samen met Chelsey uiteraard!) altijd op de loer. De laatste stunt op dit gebied was een schaal met gemarineerd vlees over zich heen trekken wat resulteerde in een oranje hond. En dit nadat we haar speciaal gewassen hadden voor de trip naar Argelès !!


 


 

Ik weet zeker dat ze in het begin heeft gedacht dat haar naam NEEEEEEEE!! was. Maar ze is nu ouder (ik weet niet of dat in haar geval ook betekent dat ze automatisch wijzer is) en weet wat ze wel en wat ze niet mag. Het is een bijdehante, zelfstandige tante die een leuke eigenschap heeft; ze praat namelijk tegen je. En dan vooral tegenspreken als ze gecorrigeerd wordt! Maar Celice is een leuke hond, net zo als onze mooie, rustige, betrouwbare Caldo die altijd eerst nadenkt voordat hij wat doet. Ga er maar vanuit dat als hij iemand niet vertrouwd (en dat laat hij duidelijk blijken) dat diegene dan ook niet te vertrouwen is! En dan hebben we nog Caronne, “Prins Peyrac” zoals we hem wel eens liefkozend noemen. Altijd actief, altijd patrouillerend in de tuin met altijd zo’n houding dat het een genot is om naar te kijken. Allemaal verschillend in karakter maar alle drie even aanhankelijk en lief. Ja, we kunnen wel zeggen: we hebben echt geluk gehad met onze 3 Pyrs!!


 

Note: 16 januari 2006 Het glas is half vol of......het glas is half leeg



Kent u deze vergelijking? Wordt graag gebruikt om het verschil tussen positief en negatief uit te leggen. Hetzelfde glas met dezelfde hoeveelheid vloeistof erin wordt door de ene (positieve) persoon uitgelegd als zijnde halfvol en door de andere (negatieve) persoon ervaren als half leeg.

Hierboven staat het verhaal over “Brutus en de rest”. Op dit verhaal zijn heel veel reacties binnen gekomen, per gewone mail maar ook via het gastenboek. Er zijn mensen, die het uitgelegd hebben zoals het bedoeld was: gewoon een leuk verhaal over hoe wij tot (nu) 3 Pyreneese Berghonden zijn gekomen met alle gevoelens die daar bij hebben meegespeeld. Ook hebben mensen gereageerd mensen die blij waren met de eerlijkheid en soms zelfspot in het verhaal. Maar er waren ook een paar reacties waar ik van schrok, zoals: “ik heb wel eens overwogen om helemaal te stoppen alleen door dat gez…”. Of “daarom ben ik er mee gestopt”. Deze reacties slaan dan op één alinea in het hele verhaal: het kleine stukje over de minder leuke kanten van het showen.

Misschien had ik het stukje ook wat meer genuanceerder moeten schrijven of…………misschien wel helemaal weg moeten laten. Maar waarom; wat is er mis tegenwoordig met eerlijkheid tegen over elkaar? Deze site gaat over de gevoelens die honden losmaken bij mensen en daar horen deze dingen ook bij. Over welk ras het dan ook gaat; de routiniers weten dat het gebeurt in de showwereld. En u hoeft mij ook niet als klokkenluider te beschouwen; kijk maar op een willekeurig hondeforum daar vindt u genoeg verhalen over fokkers, keurmeesters, ruzie over benches op show, enz. En ik ben zeker geen moraalridder want ook ik heb even meegedaan aan deze praktijken. Totdat je ineens tot het besef komt waar je mee bezig bent. En dat je voor de persoon waar het omgaat toch eigenlijk heel veel waardering hebt. Ik heb die persoon dan ook opgebeld en om een open, eerlijk gesprek gevraagd. Ik heb excuses gemaakt en uitgelegd waarom ik het had gedaan. En die reden was simpel; het vertrouwen was op dat moment weg tussen ons. En natuurlijk, je hoort beiden dingen die je niet echt leuk vindt maar het lucht zo verschrikkelijk op. En het principe is eigenlijk heel simpel; als je echt waardering en respect voor iemand hebt dan klets je niet achter z’n rug!

Dit stukje was niet bedoeld om het hele showgebeuren in het negatieve te trekken maar om mensen die er aan beginnen, te vertellen dat bepaalde dingen wel eens een enkele keer gebeuren. Het was om aan te geven dat je juist daarom je er niet van moet laten weerhouden om naar een show te gaan en dat je veel kan bereiken met je hond. Als je als nieuweling heel naïef eraan begint en dit overkomt je, dan ben je verbijsterd. Hoe is het mogelijk dat jouw hond verliest van een duidelijk mindere hond? Verliezen van een duidelijk betere hond of omdat de keurmeester meer op dat andere type valt dat accepteer je en is dan ook een eerlijke zaak. En de eerste keer dat je er achter komt dat iemand over je kletst waar je het totaal niet van verwacht had, komt nog harder aan. Het gaat je op een gegeven moment storen als je een persoon bij iemand om zijn nek ziet hangen waarvan je weet dat diegene tegelijkertijd, kwaadspreekt achter zijn/haar rug. Dit zijn allemaal gevoelens die meespelen in de showwereld. Maar zoals ik al zei; deze situaties komen maar een enkele keer voor. Het is gewoon heel erg leuk om je hond te laten zien en uit te vinden wat een keurmeester van hem of haar vindt. Als deze situaties zich op elke show voor zouden doen dan werden er waarschijnlijk al lang geen shows meer georganiseerd.

Voor de mensen waar van het glas half leeg is, zal ik iets genuanceerder op het stukje ingaan: In het stukje over bevooroordeelde keumeesters, refereer ik zeker niet aan Nederlandse of Belgische keurmeesters. Wij hebben zelf nog nooit een negatieve ervaring met keurmeesters  van deze nationaliteiten gehad en kunnen daar dus ook zeker niet over oordelen. V.w.b. andere buitenlandse keurmeesters, wil ik er wel één geven: Bundessieger 2003; Caldo zag er geweldig uit en liep als een trein en moest toch verliezen (en miste daardoor de titel Bundessieger)van een beduidend mindere hond die bovendien al mankend door de ring ging. Later hoor je dan van ingewijden dat de keurmeester en de betreffende fokker elkaar heel goed kennen. Dit houdt dus in dat je tijd en geld gestoken hebt in een bij voorbaat verloren wedstrijd. Zou u dat prettig vinden?

“Het zijn allemaal onbetrouwbare fokkers”…..Dat zult u mij nooit maar dan ook nooit horen zeggen. Wij hebben WEL betrouwbare fokkers in Holland, België, Frankrijk, kortom over heel de wereld. (op een enkeling na maar die zijn dan ook niet aangesloten bij een rasvereniging; (oeps; weer een paar tenen). Deze fokkers zijn allemaal bezig met dit prachtige ras en hebben allen een groot gemeenschappelijk belang voorop staan: die van de Pyreneese Berghond en ieder doet het op de manier zoals hij of zij denkt dat het goed is.

“Er wordt gepraat wordt over je hond”. Ja, en daarvan moet ik helaas zeggen dat dit wel gebeurt. Ook niet door iedereen maar men kijkt toch vaak liever eerst naar de negatieve kanten van de komende concurrent dan naar de positieve kanten. En laten we wel wezen dit gebeurt op elk terrein waar het competitieve een rol speelt; of we het nu hebben over de sport, het werk, of in de liefde; we proberen allemaal zoveel mogelijk de nadruk te leggen op de minpunten van onze concurrent(e). Het vreemde is dat deze concurrentiestrijd (v.w.b. honden) alleen woedt binnen eigen landsgrenzen. Over buitenlandse honden is men wel bereid zich positief uit te laten. Heeft u daar wel eens over nagedacht?

Als wij een nieuwe hond hebben, zijn er altijd een aantal mensen waarvan wij graag willen weten wat zij van de hond vinden. Die mening is voor ons belangrijk omdat die mensen een oprechte mening geven over onze hond en dan hebben we het ook over de minder positieve dingen waar wat aan verbeterd zou kunnen worden. Kijk, dat is eerlijke, opbouwende kritiek; daar kunnen we wat mee. En wij kunnen dan duidelijk maken hoe we dat in de toekomst willen proberen te verbeteren d.m.v. een combinatie met één van onze andere honden.

Als we alleen bepaalde mensen bij naam noemen als we het hebben over vrienden, wil dat niet zeggen dat wij geen waardering en vriendschap voor de rest voelen. Er zijn meer mensen in Pyrland die we wel waarderen dan niet.  En zo hebben we allemaal onze “eigen” beste vrienden waar je dan automatisch naar toe trekt op een show.

Laat u zich zeker niet door een ander wijsmaken dat dit stukje gaat over u en uw hond want dan had u het allang van ons gehoord. En luistert u zeker niet naar mensen die andere fokkers c.q. honden zwart maken; zeker als u de desbetrefende persoon of hond (nog) niet persoonlijk kent. Wilt u wat weten, vraag het dan aan die persoon zelf of neem de moeite om de hond te bekijken waar het om gaat om daarna zelf uw oordeel te vellen. Wat ik eigenlijk wil zeggen is: lees het verhaal a.u.b. terwijl uw glas half vol is.


 

 17 februari 2006 Hoe het verder ging……………


 

Nadat Celice net in Nederland was, werd de Jonge Hondedag gehouden in België met keurmeester Dhr. Pollet.Het is intussen traditie geworden dat wij onze nieuwe honden “introduceren” op een Johodag dus hadden we Celice al daarvoor ingeschreven. In Scandinavië is het de gewoonte dat puppies gelijk gewend raken aan “het in stand zetten”. Dit was goed te merken aan onze Celice; ze bleef dan ook keurig staan tijdens haar debuut. Resultaat: een prachtig keurrapport en Beste Pup van de dag. En daarna mocht ze lekker ravotten met haar broertje Jergan. Ze is mee geweest naar Frankrijk waar ze veelbelovend behaalde en naar de Winner in Amsterdam waar ze Beste Pup werd en geselecteerd werd bij de 10 beste puppen in show. In Zwitserland behaalde ze de eerste dag 2U en res. J.CAC en de tweede dag 1U J.CAC en Jugendsiegster Fribourg 2006. Celice blijkt een “echte showgirl” te zijn gezien haar gedrag in de ring en de houding die ze dan aanneemt.

Maar ons “Celiceje” heeft ook een andere (donkere) kant en heeft al behoorlijk wat sporen achtergelaten in ons huis. Plinten die we eerst weer trouw terug plaatsten, zijn er al lang niet meer. (Er valt weinig terug te plaatsen als er niets meer van over is, hè?) Leren stoelen die door ons “kind” bewerkt zijn, staan nu achter de tafel i.p.v. ervoor. Aad heeft de pilaar in onze keuken al 2x opnieuw gestuukt omdat er groeven in stonden die verdacht veel leken op de tandjes van onze Celice. Ze gedraagt zich als een echte berghond en is niet bang voor de open trap en komt dan weer naar beneden met spullen die ze boven bij elkaar gescharreld heeft.

Een tuinscherm is weer terug geplaatst nadat Celice er finaal door heen gegaan was (kleine miscalculatie v.w.b. de afstand). We hebben (zal binnenkort wel hadden worden) speciaal een kerstboom met kluit gekocht omdat we graag een kerstboom in de tuin wilden nu we er de ruimte voor hebben. Maar ja, na stelselmatig uitgraven van onze terminator, denk ik niet dat hij het gaat overleven; hij wordt in ieder geval al ernstig bruin. Maar..... ik kan het ook met mijn glas half vol bekijken; hij is in ieder geval overeind blijven staan terwijl hij met alle kerstversiering nog binnen stond!

Op oudejaarsavond bestond haar buit uit 3 oliebollen en een halve schaal hapjes en afgelopen week had ze de maaltijd te pakken die ik al had klaargemaakt omdat we vroeg wilden eten. Resultaat; ons diner bestond uit een kant en klare maaltijd uit de supermarkt en die van mevrouw uit een overheerlijke vleesschotel met jachtsaus en champions.

Met Prins Peyrac hebben we wat mindere tijden meegemaakt. Hij is behoorlijk ziek geweest door een bacteriële infectie die hij op onze vakantie had opgelopen. Wij vonden dat we op een gegeven moment wel heel erg zijn ribben konden voelen ondanks dat hij toch goed at. Dus naar de dierenarts gegaan daar bleek inderdaad dat hij behoorlijk afgevallen was. Onderzoek; een week wachten: uitslag, weer een onderzoek; een week wachten: weer een negatieve uitslag, en dat ging zo maar door. Op dat moment verloor hij ook zijn prachtige, dikke vacht en werd pijnlijk duidelijk hoeveel hij afgevallen was. We werden doorverwezen naar een specialist en daar is hij helemaal binnenstebuiten gekeerd. Een endoscopie bracht onregelmatigheden aan het maag/darmkanaal aan het licht ten gevolge van een infectie, van vermoedelijk een parasiet, opgelopen in Kroatië. En dan was het meest waarschijnlijke nog dat hij dat in het water had opgelopen want Caldo mankeerde niets. Caronne is een echte waterrat en zwemt overal maar Caldo wil nog niet door een regenplas lopen.

Dus Caronne kreeg 3x een paardenmiddel in de vorm van Panacure (eigenlijk een ontwormmiddel voor schapen; ik natuurlijk gelijk bellen dat ze het verkeerde middel en een te hoge dosering voorgeschreven hadden maar dat bleek niet zo te zijn), is op dieetvoer gezet en heeft medicijnen gekregen. Hij was op dat moment afgevallen tot 38 kilo en we waren er eigenlijk al op voorbereid dat we hem misschien wel kwijt konden raken. Maar al na een paar dagen kwam die bekende blik in zijn ogen weer terug en merkte we dat hij zich duidelijk beter voelde. Nu is het een kwestie van de verloren kilo’s weer inhalen en dat zijn mooie vacht weer terugkomt. Binnenkort wordt hij ook geröntgend.

Caldo is aan zijn 2e jeugd begonnen m.b.v. Celice. Hij laat zich elke dag gekker maken en kopieert veel van de gedragingen van Celice. Zit je lekker op de bank, hoor je ineens WOEF!! in je oor en ligt er een grote berenkop naast je hoofd. Niet zo erg als je het nieuws zit te kijken maar als er toevallig een spannende film op staat, dan schiet je hart in je keel. Vroeger was hij niet zo enthousiast als er iemand binnenkwam; nu springt en huppelt hij en haalt de gekste capriolen uit voor aandacht. Hij heeft mijn schoonmoeder al een aantal keren “een hoek” verkocht omdat hij onverwachts tegen haar op ging staan. Die “beloont” hem dan op haar beurt met een koek waarop zij weer een “hoek” terugkrijgt. Gelukkig heeft ze altijd maar een paar koekjes bij zich!

Op het moment doet hij er alles aan om het hart van Celice te veroveren; ze is nl. aan haar 1e loopsheid begonnen. Hij loopt met zijn blik op oneindig, al kwijlend achter haar aan, zoete herinneringen met zich meeslepend. Caronne gedraagt zich als een jaloerse vrijer en moet er niets van hebben als Caldo en Celice samen spelen. Hij bewaakt de tuin nu helemaal met zijn leven; zelfs de postbode mag niet in de buurt komen. Dus gaat Celice uit logeren bij Oma (mijn moeder) om problemen te voorkomen. Het zal stil zijn in huis…………………

 

We hebben ons droomhuis gevonden! 

Op 3 augustus 2008 zit ik weer eens op internet te zoeken naar dat ene droomplekje waar Aad en ik al zo lang naar op zoek zijn. Vele huizen hebben we al gezien maar geen een waar we alle twee "een klik mee hebben". Het ene huis ben ik helemaal weg van (mijn prioriteit ligt bij het vinden van genoeg ruimte, ook/juist buiten voor de honden). Aad's prioriteit ligt bij het vinden van een huis waar zo min mogelijk aan gedaan moet worden en zo is al menig huis afgeschreven na, uiteraard de nodige "discussies". 

Dan op die bewuste, regenachtige ochtend kom ik terecht op de site van een Belgische makelaar. Het huis en dan met name het interieur op zich trekken mij niet zo aan maar de oppervlakte van het terrein en de ligging net buiten het dorp in agrarisch gebied wel. Het ligt in Rijkevorsel en dat is ongeveer 80 km vanaf waar we nu wonen. Aad wordt zijn bed uit getrommeld want ik wil natuurlijk direct gaan kijken.
 

Op het moment dat we uitstappen, gaat er een rilling door mij heen; dit is de droomplek waar we al zo lang naar op zoek zijn!; boven op een terp, omgeven door groen en prachtige knotwilgen, iets waar ik altijd al een zwak voor heb gehad. We lopen om het huis heen en zien buiten een mooi aangelegde tuin ook nog een "bos" waar een aantal kippen en eenden lopen en aan de zijkant lopen ganzen. Het terrein is afgezet met hekwerk voor de ganzen en kippen en in de eerst instantie denken wij dat dat de oppervlakte van het terrein aangeeft. Maar dat is dus niet zo; 3 garages en de oprit ernaar toe behoren ook nog bij dit huis! We trekken "de stoute schoenen aan" en bellen aan om te vragen of het goed is dat we foto's maken rondom het huis.  Wordt vervolgd....